Geert-JanBakker.reismee.nl

Vietnam part II & Cambodja

Dag beste mensen.

Het is ondertussen al een tijdje geleden dat jullie een stukje verhaal van mij hebben gelezen. Dat komt vooral doordat ik ook niets online heb gezet. Dit stukje is speciaal geschreven om daar wat verandering in te brengen. Hierbij een aantal dingen uit de afgelopen weken op de rij.

De vorige aflevering van mijn woeste reisverhaal was in Hoi-An blijven steken. Als mijn berekeningen een beetje kloppen hing ik daar aan het begin van deze maand rond. Hoi-An is een rustig (wel medium toeristisch) dorpje in centraal Vietnam. Het is bij uitstek een plek om het even ietsjes rustiger aan te doen. Ik heb dan ook flink zitten chillen tussen de Frans koloniale huisjes, kleermakers, stranden, chinese lampions die snachts de boel verlichten, bars en de onvermijdelijke dosis Vietnamezen.

Tijdens mijn verblijf daar heb ik mij zelfs laten verleiden een driedelig maatpak te laten maken. Van kasjmierwol. Jaja, ik moet zeggen dat het resultaat wreed mooi was. Maar naast de modeuitspattingen is er nog meer gedaan. Zo ben ik met een Nederlands meisje (Nikki) en een Duits meisje (Elke) meegegaan naar mister Tjung. Mister Tjung leidt mensen rond in zijn dorpje en verteld hen over alles wat er in zijn dorp gebeurd. Zo hebben we gezien hoe ze rijst maken, tabak maken, eten, koken, hun land bewerken enz, enz. Kortom hoe men leeft op het Vietname platteland. Daarnaast vertelde hij dat hij als Zuid Vietname soldaat had gevochten voor/met de Amerikanen. Hij vertelde openlijk over zijn belevenissen en over de huidige politieke gebeurtenissen in Vietnam. Het vreemde voor mij was dat we daarna bij zijn oom op bezoek ging die een gedecoreerde soldaat in het Noord Vietnamese leger was. Ze hadden nooit problemen met elkaar gehad.

In het Hop Yen hostel van Hoi-An ontmoete ik ook Sebastian een gast uit Duitsland. Hij had een motor. Hij nam me een dag mee naar het strand en later in de middag gingen we ook per motorfiets naar de 'marble mountains' in de buurt van Danang kijken. Dat was geweldig. Per motor kan je gaan waar anderen niet kunnen komen en we hadden dan ook een inmens strand voor ons alleen. Op de marble mountains stonden een aantal prachtige tempels die geweldig afstaken tegen de ondergaande zon. Kijk maar eens naar de foto's zou ik zeggen.

Sebastian was van plan zijn motor te verkopen en na enig nadenken heb ik besloten hem te kopen. Ik kon niet echt motorrijden maar dat heb ik mezelf maar moeten leren. Het was van meet af aan een oud beestje en het had een paar kleine probleempjes. Ik zal zsm wel ff een foto toevoegen. Maar ondanks dat ben ik het motorrijden zeer gaan waarderen.

De eerste dagen reed ik in de richting van Nah Trang. Ik reed eerst vooral op de snelweg en deed het rustig aan. Maar na een paar dagen wordt de snelweg saai en werd het de uitdaging om de meest afgelegen plekjes op te zoeken. Halverwege de middag moest je dan een wat grotere plaats/dorpje op gaan zoeken om voor het donker een plek te vinden om te gaan slapen. 's Nachts rijden in Vietnam is iets wat je echt niet wil meemaken er zitten enorme gaten in de weg en de medeweggebruikers rijden als maniakken.

Meestal reed ik een uurtje of 7-8 per dag. Ik stopte onderweg om foto's te maken, koffie te drinken, te eten of omdat ik daar gewoon zit in had. TIjdens het motorrijden ervaar je een onbeschrijfelijke vrijheid en het mooiste is dat je geen idee hebt waar je terecht gaat komen. Het is fantastisch. Ik ben op geweldige plekken terecht gekomen. Zo was ik in een dorp waar zelfs niemand een motor had, alles gebeurde met buffels en ezels en er was in de verste verte geen verharde weg te bekennen. Iedereen keek met open mond toen er zo'n gekke blanke aan kwam rijden. Maar op een andere dag was ik ook in een erg communistisch dorpje waar enorm veel hamer en sikkelvlaggen hingen. Er was niemand op straat en er hingen door het hele dorp speakers van het geluidsysteem. Nu zie je dat soort geluidsystemen wel vaker maar het uiterst bizarre was dat het nummer 'Old Mcdonald has a farm, I-A I-A OOH' keihard door het dorp schalde. Ik rolde bijna van mijn motor van het lachen.

Ook heb ik in een hotel geslapen waar ik de enige gast was. (Dat is trouwens een uitstekende uitgangspositie om te onderhandelen over de prijs.) Maar toen ik 's avonds zat te eten plukte ik mijn smartphone uit mijn zak om iets op internet op zoeken. Na vijf minuten keek ik op en merkte dat het voltallige 5-koppige personeel over mijn schouder stond te kijken omdat ze nog nog niet vaak/eerder een smartphone hadden gezien. Nadat ze allemaal even aan het scherm hadden gevoeld gingen ze weer verder met hun werkzaamheden. Een andere keer kwam er iemand van totaal de andere kant van het restaurant aanlopen, hij trok een keer aan de haartjes op mijn arm, schudde zijn hoofd, glimlachte naar mij en liep weer weg. Rare jongens die Aziaten.

Tijdens het rijden kwam ik in het stadje Quy Nohn. Daar stopte ik bij een hostel en binnen liep ik Elke tegen het lijf. Gebeurd in Vietnam erg veel. Iederen reist naar het Noorden of naar het Zuiden zodat je mensen telkens weer tegenkomt. Dat is eigenlijk best leuk op die manier hoor je elkaar ervaringen een beetje. Zij vertelde me over een enorm gaaf strand ten Zuiden van Quy Nohn. Ik daarnaartoe. Was ook mooi, leuk vissersdorpje en mooi strand waar je kon relaxen. Tegen het donker reed ik terug. Halverwege begon mijn motor te sputteren en kapte ermee. (Mijn benzinemeter was één van die kleine mankementjes) Ik meteen de dop van de tank en jah hoor. Tank leeg! Ondertussen werd het steeds donkerder en mijn lamp ging ook uit. Dat is dus vrij linke soep. Tot overmaat van ramp ging het ook nog een potje regenen. Het enige dat ik kon doen was lachen eigenlijk want: helg worn ni vulle! Na ongeveer 5 minuten motorfietsfitness (motor tegen berg op duwen) stopte er een scooter met twee Aziaten naast me. Ze stapten zweigend af en glimlachten naar me terwijl ze grabbelden onder het zadel van de scooter. Dit zijn het soort Aziatische glimlachjes waarvan je niet kan zeggen om iemand nu van je houdt of je aan de hoogste boom wil opknopen. Ze overhandigen mij plotsklaps een fles met brandstof en reden vriendelijk lachend weer verder. Toplui!

Toen ik in Nah Trang aankwam zag ik dat dit de meest Westerse stad van heel Vietnam was. Het stikte er van de clubs, discotheken, luxe winkels, dure auto's en dat soort zooi. Maar er was ook een KFC. Ik had op dat moment allang geen fastfood meer gehad en heb dan ook maar twee menu's besteld en me helemaal volgevreten. When in Rome......

De twee mooiste tochten die ik gemaakt heb waren de tocht naar Dalat en de tocht van Dalat naar Mui-Ne. Dalat ligt midden in de Central Highlands van Vietnam. De bergen dus. De tocht ernaartoe kostte mijn motortje bijna de kop maar het was amazing. Haarspeldbochten, kleine dorpjes met vriendelijk zwaaiende mensjes, geen kip op de weg, geweldige uitzichten en alles omlijst met machtige bergen. Dalat is een typisch Vietnamese stad met een gigantische night-market. Iedereen in het dorp komt daar samen en eet op de avondmarkt. Toen ik daar 's avonds met een Franse gast (had ook een motor) rondliep loop je tussen allemaal kleine Aziaatjes waar je een kop bovenuit steekt. We hebben daar ook nog een waterval en een tempel bekeken en een tour door de Central Highlands gemaakt.

De weg naar Mui-Ne was de mooiste van allemaal. Van de bergen die ervoor zorgen dat je 's morgens nog een trui aan moet, door vlaktes en canyons die je het gevoel geven dat je door de VS rijd, dan door zandduinen die op de Sahara lijken naar een prachtig surfersdorp aan een tropisch strand. De weg van Mui-Ne naar Ho-Chi-Minh City (HCMC/Saigon) was vreselijk. Allemaal door erg druk verkeer en veel stedelijk gebied. HCMC heeft het meest drukke verkeer dat ik ooit gezien heb. Ik was bekaf toen ik me 's avonds naar het stadscentrum had geworsteld. Het meest extreme was de brug naar het centrale gedeelte van de stad. Daar reed ik in een soort rivier van motoren, met op 30 centimeter elke kant een motor en zo'n stroom voor honderden meters lang. Je kan niet meer gas geven en niet remmen, je moet met de stroom mee.

Ik ben een dag of 5 in HCMC gebleven. Ik ontmoete daar een groep geweldig leuke mensen en ben daarom langer blijven hangen dan eerst gedacht. Ik ben naar de Cu-Chi-Tunnels geweest. Tunnels die door de Vietcong werden gebruikt tijdens het Tet-offensief (voor de liefhebbers.) Dat was een aardig krap gedoe. Je sweet peentjes als je 25 meter diep onder de grond, op handen en voeten door een gruwelijk vochtige tunnel kruipt. We kregen de volle ervaring. Daarna ging de gids uitleggen hoe al de (minstens 12) verschillende vallen werkten waarmee de Vietcong de Amerikanen omlegden. Alles is erg pro-Vietnamees net als het toch wel erg indrukwekkende oorlogsmuseum. Daar liepen mensen soms te huilen bij de soms verschrikkelijke foto's van de oorlog. Er blijken ongeveer 3 miljoen slachtoffers te zijn van agent orange. Dit zijn dan wel Vietnamese cijfers maar het zijn er wel erg veel.

Daarnaast nog met een groep mensen de stad verkent. (Grappig genoeg kwam ik de Franse gast van Dalat, Elke en Nikki ook weer tegen.) De kerk bekeken en een beetje door de straten gelopen. Op een gegeven moment begint alles wel wat op elkaar te lijken. 'Same Same, but different' zeggen ze hier. Daarom op zoek naar de aparte dingen. Zo hebben we kikker gegeten, kwartel eieren, eend, slang, wezel koffie(koffie opgegeten en uitgescheten door een wezel en daar koffie van gezet), gefrituurde kippenhuid en allerlei gek straatvoedsel dat ik nu niet meer weet opgesnaaid. We hebben ook een blinde massage gedaan. Je wordt dan gemasseerd door een blinde. Dat leidde tot hilarische tafarelen en het kost ook nog eens geen drol.

Tijdens mijn verblijf in HCMC heb ik mijn motor verkocht aan een Koreaanse gast. Hij blij, ik soort van blij. Hij rijdt nu weer naar het Noorden en zal hem daar waarschijnlijk weer verkopen aan een andere backpacker. Wel zuur dagje maar toch redelijk verkocht, zo gaan die dingen. Reizen met de motor heeft grote voordelen maar ook wel nadelen.

Op de 17e November ben ik naar Cambodja gegaan. Ik zag dat mijn visum van Vietnam eigenlijk al was verlopen maar dat leverde verder geen problemen op. De relatief rustige hoofdstuk Phnom Phen was de eerste stop. Tijdens de busreis twee Engelse meisjes ontmoet met wie ik besloot om naar 'The Killing fields' te gaan. Cambodja heeft met de geschiedenis van Pol Pot één van de meest wrede in de geschiedenis. Het gestoorde communistische regime moordde eenderde van de eigen bevolking uit tussen 1976-1679. Ze richten zich daarbij bijvoorbeeld op intellectuelen, stadsmensen, buitenlanders en iedereen die geen eelt op de handen had. (Letterlijk) Ook weer mede mogelijk gemaakt door de VS die het halve land de steentijd in bombardeerden tijdens de VIetnam-oorlog.

Omdat kogels te duur waren werden mensen bij voorkeur dood geslagen met alles wat voorhanden was. Bijvoorbeeld hamers, messen, bamboostokken en scheppen werden gebruikt om mensen dood te slaan op een van de duizenden killing fields. Als je daar komt weet je niet wat je ziet. Er liggen nog steeds honderden lijken onder de grond, overal zie je stukjes menselijk bot en tanden die door de regen naar het oppervlak komen. Er is een boom waar ze de baby's dood tegenaan sloegen en heel veel schedels en botten die zijn opgeslagen in een soort bizarre toren. Na de killing fields gingen we nog naar de S21 gevangenis waar in die tijd allerlei mensen gemarteld werden. Ik had het snel bekeken. Het is erg maar je moet niet teveel van dit soort shit zien. Dan krijg je helemaal de kriebels.

Nadat we de gevangenis uitkwamen vroeg onze tuktuk-driver of we naar de shooting range wilden. (schietbaan) Je kan daar naar hartelust met AK47, M16, M60, of .50cal machinegeweren schieten. Voor de gevorderden is er een raketwerper of handgranaat te koop. Dit land is compleet wetteloos. Ik snap niet helemaal dat je daar zin in hebt na een dagje killing fields maar met zulke wapens schieten lijkt me wel leuk eigenlijk. Ik hoorde trouwens dat je op andere plekken in Cambodja een koe kan kopen en die kan je dan doodschieten met die raketwerper, of een hokje met kippen die je dan kan afmaken met de handgranaat. Erg wreed, dat klopt. Maar dat is ook toch stiekem best wel een beetje grappig.

In Phnom Phen heb ik nog de SIlver pagoda en het koningklijke paleis bezocht. Het is echt een mooie en rustige stad. Het centrum dan, de buitenwijken zijn erg arm en mensen leven daar in hutjes. Verder heb ik net buiten Phnom Phen nog een aantal Cambodiaanse gevechten bijgewoond. Het was een soort kickboxen voor gevorderden. Erg goede gevechten van gastjes die echt kunnen vechten. Het gaat er keihard aan toe met ellebogen en de hele mikmak. Elk gevecht was de moeite waard en het was nog gratis ook.

De 21e November ben ik met een Taiwanees meisje naar Shihanoukville gegaan. Een feeststad in het zuiden. De volgende morgen zijn we reeds verhuisd naar het eiland Koh Rong. Het eiland was absoluut top. Er was niets dan alleen een klein vissersdorpje en een paar primitieve hostels. Het strand was het witste dat ik ooit heb gezien en het water was ongelooflijk helder. We zijn met een paar lokale vissers gaan vissen en hebben onze opbrengst de eerste avond gebarbecued.

De dagen daarna hebben we vooral bier gedronken, wiet gerookt en op het strand gelegen. Ik ontmoete een geweldige groep mensen en de hostelbaas bleek een zeer bewogen leven te hebben gehad. Die man is een compleet verhaal op zich. Je ontmoet soms zeer vreemde mensen tijdens het reizen. Zo heb ik verschillende mensen ontmoet die hele landen doorfietsen, iemand die van Parijs naar Vietnam was gelift(!), vele vage hippymensen en ik heb gehoord van een man die van Beijing naar Berlijn ging lopen(!).

Ondanks de stimuleren omstandigheden zijn we zelfs nog naar een waterval in het midden van het eiland gehobbeld. Maar het gaafste van allemaal was misschien wel het zwemmen in de nacht op Koh Rong. Wanneer je in het pikdonker zwemt en je alleen de sterren ziet, fluoriseert het plankton felgroen op het moment dat het beroert word. Je zwemt dan in een zweem van groen in water dat op baadtemperatuur is terwijl er een geweldige sterrenhemel boven je hangt. Misschien maakt het feit dat je lichtelijk stoned bent het alleen maar beter.

Een tijdje geleden kwam ik nog een erg goede spreuk tegen. Heb hem even weer opgezocht. Op mijn reis tot nu toe istie wel ongeveer van toepassing.

Adventure is a path. Real Adventure - self determined, self motivated, often risky - forces you to have firsthand encounters with the world. The world the way it is, not the way you imagine it. Your body will collide with the earth and you will bear witness. In this way you will be compelled to grapple with the limitless kindness and the limitless cruelty of humankind. And perhaps you will realize that you yourself are capable of both. This will change you. Nothing will be ever black and white again. Mark Jenkins.

Dank u weer voor het lezen en tot horens,

Geert-Jan


PS: Op dit moment ben ik in Battambang. Daar vertel ik de volgende keer wel weer wat over. Morgen ga ik proberen foto's online te krijgen, heb ik nu geen zin meer in. Ik vraag me ook echt af of het kan met een internetverbinding vanuit Cambodja. Het internet is hier echt bagger. Het vervelende is wel dat ik een aantal foto's van Vietnam kwijt ben geraakt. Het geheugenkaartje laat zich maar niet vinden. Ik zal me daarom voor sommige gedeeltes behelpen met foto's van medebackpackmensen.

Tot slot; zoals jullie misschien al wel gehoord hebben is mijn reis verlengd naar volgend jaar eind augustus, ik ben het nog lang niet zat namelijk.

Vietnam, Part I

De enige dingen die ik in eerste instantie wist over Vietnam waren; de Vietnam oorlog en Vietnamese loempia's. Een van de beide is lekker de andere heel erg smerig. Mijn tweede kennismaking met Vietnam begon op de achtiende oktober in Hanoi. Zogauw ik uit het vliegtuig stapte kreeg ik te maken met een stukje ouderwets communistisch bureaucratisch geouwehoer. Het duurde een dik uur voordat een streng ogende Vietnamees een papiertje in mijn paspoort had geknald en nadat ik hem daarvoor 25 klinkende dollar had betaald mocht ik verder.

Toen ik de aankomsthal uitstapte vlogen er direct 25 enthousiaste taxichauffeurs in mijn gezicht. Nadat ik die opzij had geschoven en/of af had gewimpeld ben ik op zoek gegaan naar lokaal vervoer. (Iedereen is hier trouwens belachelijk klein.) Er bleek een gevaarlijk goedkope rammelbus te zijn die naar het kloppende hart van Hanoi heen en weer pendelde. Nadat ik een zetel had bemachtigd duurde het nogal even voordat we er waren. Onderweg zag ik alvast het een en ander van Vietnam. Het land is weer volledig anders dan Thailand, Maleisie en SIngapore. Landbouw voert de boventoon en het lijkt wel of iedereen er een sawaatje op na houdt. Voor de rest woont iedereen in vreemde platte huizen, de keuken is weer helemaal anders, veel Vietnamese hoofden zijn verstopt onder een strooien kegelhoed en daarnaast beschermen de vrouwen zich extreem goed voor de zon. Ze lopen allemaal met een paraplu, doeken om hun hoofd of doodleuk met een masker voor hun koppie. Niemand wil bruin zijn. Wel vreemd omdat alle blanken hier bruin willen worden. Je went er trouwens op de een of andere manier wel aan. Ik zag gisteren een vrouw met een paraplu op en ik dacht; 'Wat stom, de zon schijnt toch helemaal niet?' En toen pas merkte ik dat het regende. ;)

Hanoi is een carrousel van motorfietsendwaasheid. Het is werkelijk onvoorstelbaar, 90% van het verkeer is brommer/motor/scooter en iedereen rijdt daar als een gek mee. De stoepen zijn bij uitstek de parkeerplek voor de rijtuigen en de Hanoiers pleuren hem dan graag overdwars op de stoep zodat ze meteen weer weg kunnen branden. Ik ben de eerste keer slechts een dag en een nacht in Hanoi gebleven. Ik ontmoete een Fransman man en een Zwitsers meisje en we hebben samen een hostel gezocht. 's Avonds ontmoete ik nog twee Duitse meisjes en die vroegen of ik mee ging naar Sapa & Halong Bay. Why not?

Eerst zijn we nog een rondje langs de highlights van 'the old quarter' van Hanoi gelopen. Dat waren een oude kerk,(gebaseed op de Notre Dame) een meer met een pagoda(zeg maar tempel) in het midden en het Hanoi Hilton (gevangenis van VS-krijgsgevangenen). Daarna gingen we op weg naar Sapa. Een stadje op een kanonschot afstand van de Chinese grens. Dit stadje was wel een beetje toeristisch, maar ik heb het er enorm naar mijn zin gehad. Nadat de nachtbus om een uurtje of zeven 's morgens aankwam zijn we met een paar mensen uit het hostel een scooter gaan huren en hebben we de omgeving bekeken. Een scooter is een top vervoersmiddel in de bergen en we zijn dan ook de hele dag langs authentieke dorpjes, watervallen, sawa's, bergen en dalen gescheurd. 's Avonds gezellig uit eten met de hele kliek. Het vreemde was dat er veel visrestaurants waren, midden in de bergen. Ik zal wel ff wat foto's van Sapa toevoegen.

Op de markt van Sapa wordt je telkens aangesproken door de lokale bevolking. Kleine kindjes die 'You buy something from me' zeggen totdat je er een punthoofd van krijgt. Maar ook geinige kleine vrouwtjes in klederdracht die eveneens hun uiterste best doen om je iets aan te smeren. We kwamen een beetje aan de praat met twee van de vrouwtjes en zij boden ons een homestay aan. Vier van ons besloten te gaan. De twee Duitse meisjes, een Engelse gast en ikke. Wij op weg. We gingen beginnen met een tracking langs verschillende Vietnamese dorpjes die geen toeristen bevatten. Sommige van de dorpjes waren echt gruweloos arm. Kleine vieze hutjes gecombineerd met rondrennende kippen, geiten, varkens en naakte kinderen. Dat was best een cultuurschok. Hetgene dat me het meest opviel was de enorme vriendelijkheid van de mensen. Iedereen vraagt waar je vandaan komt, wat je naam is en iedereen nodigt je uit in hun huis.

Ondertussen droegen de twee vrouwtjes ons eten en water in een paar zware manden. Maar tijdens het gesprek kwamen we er achter dat de een al 57 jaar oud was en de ander 7 maanden zwanger. Toen hebben de Engelsman en ik heel ridderlijk (na enig aandringen) de manden van hen overgenomen. Dat hebben we geweten. Ik was aan het eind ganz kaputt. De vrouwtjes lachten nog steeds vriendelijk in onze richting, zij bleken dit elke twee dagen te doen. Heen en terug, zonder een centje pijn. Wij ook met onze stomme nobele ideeen.......

De homestay zelf was een beleving op zich. Nadat we gedouched hadden in de waterval om de hoek kregen we een vorstelijk maal voorgeschoteld. We konden eten totdat we erbij neer vielen en het was vrij verrukkelijk moet ik zeggen. Misschien samen met het ontbijt de volgende morgen wel de beste maaltijden die ik heb gehad in Vietnam. Had misschien ook met mijn verwachtingen te maken maar het was echt een fijn potje eten. Na de maaltijd even uitbuiken op de 'veranda.' (het stukje grond voor het huisje) En daarna shotjes rijstwijn drinken met de dames. (Happy water noemden ze het.) Ze lusten er wel wat. De een nam er maar 3 want 'I am pregnant' en de andere tempelierde vrolijk met ons mee. Nadat we ook de wietpijp hadden geprobeert zijn we een beetje duizelig en poging gaan doen om te slapen. Dat gebeurde al om een uurtje of acht 's avonds omdat ze niet zoveel stroom willen gebruiken. Het was maar goed dat ik onder invloed was omdat het bed nogal shit was. Gewoon een keiharde bamboomat met een fruitig dekentje. Daarbij was het bed 15cm te kort. Maar dankzij de rijstwijn uiteindelijk nog geslapen ook.

De nacht erna terug naar Hanoi. De bus kwam 7 uur 's morgens aan en onze volgende excursie vertrok om 8.30 uur 's morgens. Dit was een driedaagse geheel verzorgde excursie naar Halong Bay. Niet geheel mijn stijl maar ik hoorde dat de eilanden moeilijk te bereiken zijn op eigen gelegenheid. Halong bay is de nummer 1 toeristische attractie van Vietnam. Er gaan veel boten met toeristen door de baai en dat is terecht ook. Het is overweldigend mooi, enorme kliffen die uit de prachtige blauwe zee stijgen, drijvende vissersdorpjes, adelaars, enz. We ontmoeten nog een paar Nederlandse meisjes. (ff Nederlands praten) en twee gasten uit Nieuw Zeeland. We hadden een erg gezellige tijd. De dagen erna zijn we ook samen naar Cat Ba Island, Monkey eiland en een gave druipsteengrot gegaan. Ook hebben we nog een tracking naar een viewpoint gedaan. Alles was even genadeloos mooi en gezellig.

De dag erna was het 26 oktober. Ik wilde eigenlijk weggaan uit Hanoi maar ben voor de gezelligheid nog een dagje gebleven. DIe dag een beetje uitgeslapen en alle gekke straatvoedsel geprobeerd dat ik maar kon vinden. Die avond gingen we naar de waterpuppetshow met dezelfde groep uit Halong Bay. Dat was vrij bizar. Je zit in een theater met een enorme bak water voorin. Er zat een klein orkestje naast de bak te rammen op een paar harpen enzo. Een vrouwtje hing een Vietnamees verhaaltje op. Gelukkig waren en ondertitels te zien op de schermen aan de zijkant. Het ging om oude Vietnamese volksverhalen. En plots verschenen er poppen op stokjes die de verhaaltjes probeerden uit te beelden. Het was best kostelijk.

De dag erna kwam ik de Fransman weer tegen die ik op mijn eerste dag in Hanoi had ontmoet en samen zijn we met een gast uit Australie naar Ninh Binh gegaan. Ninh Binh is bekend om zijn ' Halong bay on land' . Hoge rotsen als in Halong Bay maar dan omgeven door rijstvelden en riviertjes ipv zee. Dat was ook een belevenis op zich. De morgen dat wij met een bootje een tocht op de riviertjes wilden gaan maken stak er voorzichtig een storm op. Het waaide om een uurtje of tien al zo hard dat het eerste verhuurbedrijf dicht zat. Na een beetje rondlopen kwamen we een verhuurbedrijf tegen die wel gek genoeg was om open te zijn. We zijn met zijn drieen in zo'n bootje gestapt, samen met een Vietnamees die ons zou roeien. Maar de wind was zo heftig dat we de verkeerde kant op gingen. Toen hebben we de spanen maar van hem overgenomen en zijn we zelf gaan varen. De Vietnamees vond het wel mooi, hij zat grijnzend achterin. Wij vonden het ook wel mooi omdat we nu zelf konden uitmaken waar we heengingen. Achteraf kregen we trouwens geen korting voor onze inspanningen.

's Middags ging de storm steeds heftiger en heftiger. Iemand die op internet had gekeken zei dat het een typhoon was. Ook heftig om eens mee te maken. De weersvoorspellingen waren waarzinnig slecht en omdat we toch al hadden gezien hadden waarvoor we kwamen zijn we maar verder gegaan. We hadden onze bus in een ander hostel geboekt omdat het daar cheaper was. Toen we ons door de regen en wind wurgden naar dat andere hostel waaide er een billboard van een gebouw af. Het ging om een billboard van ongeveer 3 bij 4 meter, voorzien van stalen constructie met interne verlichting. Nu heb ik verder niks tegen billboards, maar het was wel schrikken toen het ding 5 meter achter ons op de stoep ging liggen. Dat gaf een beste dreun. Als dat billboard op onze kop was gevallen waren we misschien wel morsdood geweest. Vreemd genoeg realiseer jeje dat later pas.

Vanuit Ninh Binh zijn we naar Hue gegaan. De eerste dag hebben we de historische kern van de stad bekeken. Hue is de stad waar de heersers van het oude Vietnam hebben gewoond. Hun adres was gelegen in ' the forbidden city.' Veel is er verwoest maar er wordt vanalles gedaan om de boel weer op te bouwen en de bestaande tempels op te knappen. We hadden geweldig weer en dat maakt alles beter. In de middag wilden we nog wat gaan zwemmen. Daarom gingen we een fietstocht van 30 km naar het strand en terug doen. We kwamen door allerlei dorpjes waar we door de kinderen werden nageroepen en waar we het lokale leven konden zien gebeuren.

De dag erna ben ik alleen op een DMZ(Demilitarized-zone)-tour gegaan. Ik ben gewoon geinteresseerd in de Vietnam oorlog en daarom leek me dit wel wat. Het was een educatieve tour langs allerlei belangrijke plekken uit de 'Amerikaanse Oorlog' zoals ze dat hier noemen. We gingen langs Amerikaanse bases, bruggen en Vietnamese tunnelstelsels. Ik had van tevoren al een paar Amerikaanse boeken over de ' Vietnam-oorlog' gelezen. Maar deze tour gaf een heel ander (Vietnamees) perspectief. Zij leggen de schuld volledig bij de Amerikanen. Misschien ook wel terecht. De bergen zijn nog steeds kaal van de Agent Orange(chemisch ontbladeringsmiddel), daardoor worden er ook nog steeds veel verminkte kinderen geboren(ook onder Amerikaanse en Australische soldaten), er zijn al 40.000 doden gevallen door rondslingerende explosieven sinds de oorlog, talloze mensen hebben nog steeds een trauma, een hele generatie is verdwenen(2,5 miljoen Vietnamese slachtoffers en 60.000 Amerikaanse), enz. Ik heb er met verschillende Vietnamezen over proberen te praten. Eentje was zijn beide opa's verloren in de oorlog. Dat was wel heftig om te horen. De regering had ze alleen een medaille gestuurd. Ze waren als helden gestorven, ahem.

Niet alleen soldaten stierven maar de Amerikanen bombardeerden vrolijk hele dorpen weg. Dat zag ik ook tijdens de DMZ tour toen we de Vietnamese gangenstelsels bekeken. Hele dorpen groeven deze gangenstelsels om in te leven. Sommige mensen woonden 5 jaar onder de grond en kwamen zo weinig mogelijk boven. Een andere Vietnamees die ik sprak kende een moeder die al haar zeven kinderen had verloren in de oorlog.(!) Ook zijn er een aantal gevallen van grootschalige genocide door Amerikaanse soldaten bekend. Een ding is wel duidelijk, de Amerikanen hadden daar niks te zoeken. Ze hebben ook nog eens verschikkelijk huis gehouden. Het lijkt dat ze nog steeds niet echt van plan zijn dat toe te geven of een poging te doen tot herstel.

Dit was het belangrijkste wel zo ongeveer. Op dit moment ben ik in Hoi an. Dit is een geweldig gezellig toeristenstadje. Vandaag heb ik niet veel gedaan om het balleweer is.

Dank u voor het lezen,

Geert-Jan

Weekje Maleisie & Singapore.

Vorige week donderdag is vlucht TR 2308 om 10.55 vertrokken van Singapore Chang Internationala airport. Deze vlucht zal rond 13.00 lokale tijd in Hanoi landen. Deze vlucht heeft een hoop mensen, waaronder mijzelf naar Vietnam verplaatst.

Ik had een vlucht geboekt bij Tiger airways een Aziatische prijsvechter. Deze prijsvechters zijn te herkennen aan het feit dat men tijdens de vlucht een onstellende hoeveelheid troep tegen zeer onpasselijke prijzen komt aanbieden. De slanke stuwardesjes duwen constant karretjes met drank, peuken en andere typische taxfree-zooi door het gangpad. Nu heb ik op zichzelf geen probleem met het verplaatsen van eten en drinken maar ik vond het iets te duur om dit naar mijn maag te laten verplaatsen. Mijn laatste hostel in Singapore had gratis ontbijt dus ik heb gruwelijk hard geontbijt die morgen zodat ik niet snel weer honger had. Eventueel kon ik nog mijn geheime voorraad chocoladekoekjes opnassen.

Prijzigheid is wel hetgene dat mijn weekje (ja het is kort, was ook de bedoeling) in Maleisie en Singapore een beetje heeft gekenmerkt. Maleisie kan goedkoop maar dan moet je wel een beetje op de centen letten. Op de ochtend van de 10e Oktober kwam ik in Kuala Lumpur aan. (Trouwens, hier noemt iedereen het heel stoer 'KL' ) De bus kwam 's morgens iets van vijf uur aan en omdat ik het vertik een hostel te boeken van te voren had ik te maken met een uitdaging. Al gauw kwam ik iemand tegen die ook naar een hostel ging. Zijn verhaal klonk goed, ben maar met hem meegelopen. Het hostel heette Oasis. Oasis was top. Goedkope, schone tent en veel leuke mensen. Ben eerst maar weer is gaan slapen tot een uurtje of tien. Daarna KL van dichtbij bekijken.

Echt een Aziatische stad, extreem chaotisch en druk verkeer, veel straatmarktjes, een duidelijk verschil tussen rijk en arm, veel Aziaten, enz. Ik kwam smorgens twee Duitse meisjes tegen met wie ik de stad ben gaan verkennen. Op een gegeven moment kwamen we in een buitenwijk terecht bij een enorme moskee. Om naar binnen te mogen moesten we allemaal een soort debiele roze overjas aandoen. Binnen aangekomen kregen we uitleg van een vriendelijk ogend moslimvrouwtje. Na een paar vraagjes over vrouwenrechten binnen de Islam kwamen we in een verhitte discussie terecht. Ze ging helemaal los en beargumenteerde vrolijk dat polygamie best oke is. Het was voor mij bizar om te zien hoe zij als vrouw dit geloof stond te verdedigen met overduidelijk rammelende argumenten. Na anderhalf uur vriendelijk afscheid genomen, laat maar.

's Avond Aaron een Amerikaanse gast ontmoet. (Leuke gast, alles was ' awesome' ) Met hem de volgende dag naar Little India geweest. Daar de Indische keuken geprobeert en een hoop straatvoedsel uitgeprobeert. Daarna nog de central market bezocht en een beetje door de stad gedwaald. Dit is de beste manier om wat van de andere culturen te zien, gewoon lopen. In de loop van de avond zijn we met een groep mensen van het hostel een biertje gaan drinken en hebben we de beroemde Petronas-towers bekeken. De avond werd afgesloten met een schaaktoernooi en een potje poker.

In de loop van de 13e ben ik naar Melaka gegaan. Een historische plaats aan de kust ten zuiden van KL. Dat viel een beetje tegen. Ik was namelijk niet voorbereid op de grote hordes Koreaanse en Japanse toeristen die daar rondliepen. Toeristen zijn mensen met harde backpacks op wieltjes. Ze laten zich bij voorkeur verplaatsen met grote touringcars en zijn over het algemeen volledig gespeend van elk gevoel van zelfredzaamheid en hun favoriete hobby lijkt geldvernietiging. Het stadje Melaka is best mooi maar je kon er dus geen been trekken. De backpackers waren dan ook niet al te talrijk. Zelf zat ik alleen met een Japanner in een hostel. Ik ben twee dagen gebleven. De eerste dag ben ik het stadje gaan verkennen. Er is veel historie. De Portugezen, Nederlanders en Engelsen hebben Melaka als kolonie gehad. En dat is te zien ook. Zo is er nog een 'Stadthuys,' een molen, een protestantse kerk, een roomse kerk, een HEERENHUYS, stadsmuren, typisch europese pleintjes, enzovoorts. Maar ik had de eerste dag alles al wel een beetje bekeken en besloot daarom de tweede dag weer verder te reizen.

De bus naar Singapore vertrok nadat ik eerst nog het historische museum van Melaka had bezocht. Dezelfde avond ben ik nog ingecheckt in het enige open hostel dat ik kon vinden. Ik viel bijna letterlijk om toen ik de prijzen in Singapore hoorde. 15 euro per nacht. Ben de volgende dag toen alle hostels weer geopend waren naar het goedkoopste backpackhostel verhuist dat ik kon vinden. Dat was gelegen in Little India. De naam verraad het al een beetje. Het lijkt India wel. Er zijn veel Indische eettentjes waar je curries (Niet op een bord, maar op een kokosblad), naan(soort brood), rijstpannekoeken, tandorie, enz, enz. kan eten. Hardstikke lekker en hardstikke goedkoop.

Voor de rest nog naar Chinatown geweest en het museum dat daar bijhoorde. Met een Duits vrouwtje een hindoetempel bezocht en een offerceremonie bijgewoond, (ook een verhaal apart) naar een oude moskee geweest en Arab street bekeken. (Als je zijde of een tapijt wilt kopen.) Ook nog naar werkelijk enorme winkelcentra geweest, waar alles te koop is (Van neppe Iphone tot gouden beelden) en de botanische tuinen van Singapore bekeken. 's Avonds wordt er een vette lasershow met muziek gegeven in de jachthaven van Singapore. Voor de rest veel gekwaakt met allerlei mensen uit het hostel.

Op de morgen van de 18e ben ik dus naar Vietnam vertrokken. Ben hier nu een dag of vijf. Hoop de volgende keer over Vietnam te schrijven. Zoals je aan het laatste stukje misschien al wel kon merken; ik heb gewoon geen tijd meer nu.

Ik dank u voor de aandacht,

Geert-Jan

Van hier tot Kuala Lumpur.

Bam. De eerste maand zit er al weer op. Op het moment dat ik dit verhaaltje schrijf zit ik in een bus. De bus naar Kuala Lumpur. Ik verveelde me een beetje en ben daarom dit verhaal maar gaan schrijven. Gelukkig weet ik niet dat deze bus de volgende morgen 2 uur te vroeg zal arriveren,(4.30 AM) zodat ik midden in de nacht een kamer moet gaan zoeken. Terwijl ik probeer te herinneren wat ik de laatste dagen allemaal gedaan heb, gaat de telefoon van de dude achter me voor de 56e keer af. Wat het nog erger maakt is dat hij heeft gekozen voor de een of andere allah akhbar ringtone. Als ik voorzichtig over mijn schouder kijk zie ik dattie is uitgerust met een duf vlasbaardje en een witte jurk. Jaja mensen, ik ben ondertussen in moslimterritorium  aanbeland. De meeste vrouwen in deze bus hebben dan ook een kleedje over hun hersenpan gedrapeerd. Ze kijken ook pertinent weg als je in hun richting kijkt. Tuig, kan je niet meer checken of ze mooi zijn. 

Zojuist zijn we de grens met Maleisie gepasseerd. Dat was een raar ding. Toen de bus stopte bij de Thaise kant van de grens moesten we onze papieren laten zien, no problem. Daarna weer 200 meters in de bus en de Maleisische kant is aan de beurt. Bus uit, klein gebouwtje in. Daar zaten 2 beambten turbosnel iedereen een visumstempel te geven die het maar lekker vond. Waarschijnlijk was hun favoriete programma op TV want onze bus werd er zo doorgejaagd. Na de stempelfase stond er een bord dat aangaf dat je tas door een scannerding moest. Het zag er vrij houtjetouwtje uit. (Kassaband met roestvrijstalen platen eromheen.) Het gekke was dat er niemand bijstond, je kon na het scannen zo doorlopen. Dat maar gedaan. Om het hoekje zaten plotseling 2 beambten met buddhapostuur op twee oude tuinstoelen. Hah, got you!!! Ze lieten een onschuldig uitziend Thais vrouwtje alle zooi uit haar tas op de grond gooien. Ze bekeken haar daarbij alsof ze het nichtje van Osama bin Laden was. Daarna weer gauw de bus in. 

De vorige keer dat ik in de bus zat ging ik met Lies en Philip naar Phuket. Dat was de vierde Oktober. We kwamen 's middags in Phuket aan. Nu wil ik deze paragraaf beginnen met een waarschuwing. Als je naar Phuket gaat en je bent allergisch voor prostitutie, kom je er niet onbevlekt uit. Het is werkelijk ongelooflijk. Patong Beach is gevuld met prostituees, happy endings, sexshows, ladyboys, gogobars, enzovoorts.  Dit alles stemmig afgewisseld met geinige toeristenmarktjes. Dit kan misschien spannend lijken voor sommige mensen maar de meisjes zagen er niet uit alsof dit hun meest geprefereerde carrierekeuze was. Ik hoorde van anderen dat het vaak vluchtelinges uit Birma zijn die niets hebben en zodoende dit doen. Het is een dikke bende eigenlijk. 

We moesten de volgende dag afscheid nemen van Lies. Philip en ik zijn naar Koh-Phi-Phi gegaan. Het mooiste eiland van allemaal volgens het boek der backpackers, de trouwe lonely planet gids.(Dankjewel Anne) Dat was niet gelogen, check de foto's maar. We logeerden in Mr. Local Dormroom. Dat was een vrij bizar hosteltje. Wie schets onze verbazing toen we zo van de straat onze slaapkamer inliepen. Daar sliepen we met 32 mensen. Altijd mooi zo'n dorm, kan je makkelijk mensen ontmoeten. Voor de rest een beetje aan het strand gehangen die eerste dag.

De tweede dag op Phi-Phi deden Philip en ik een snorkeltocht. Geweldig mooi hoor. Tijdens de tocht takkesveel vissen gezien en ons een beetje langs de kliffen laten varen. 's Avonds biertje gepakt met een paar Duitse gasten die de trip ook gedaan hadden. De Dag daarna ging Philip weg. Nu was ik weer in mn uppie. Ik ben met een Amerikaans meisje naar het strand gegaan en later kwam er ook een Engelse gast bij. Ook fijn hoor, eerste dag dat ik op mn krenten heb gelegen deze vakantie. De dag daarna ben ik met hen naar het viewpoint van Koh-Phi-Phi gegaan. Daarna zijn we op onze flipflops door de jungle naar de andere kant van het eiland gebaggerd. Nadat we bijgekomen waren op het stand hebben we ons uiterst chill terug laten varen naar het stadje. Ff geen jungle meer, ben geen aap.

Zoals je hierboven al wel kon merken kan je op Phi-Phi 's avonds ook wel vermaak vinden. De vuurshows op het strand zijn vet. Een paar thaise mennekes smijten en zwaaien duizelingwekkend snel met vurige stokken en bollen aan kettingen in het rond. Een van de Thaise gasten doofde zijn fakkel standaard door hem in zn bakkes te duwen. In een andere tent kon je vechten. Je krijgt handschoenen, hoofdbescherming en een soort dikke sokken aan, en gaan met die banaan. Dit is het beste vermaak ooit. Dronken gasten die elkaar het snot voor de ogen slaan. Soms deden er ook dames mee. Bitchfight! Toen ik zag hoe de vechters soms uit de ring kwamen ben ik net zo fijn blijven zitten. Het ergste gevecht was een duidelijk getrainde vechter die een Australische vetzak naar de horizon sloeg. 

De 9e ben ik met Michael, de Engelse gast, naar Krabi gegaan. Ik had nog maar 2 dagen totdat mijn visum afliep dus ik kon maar 1 dag blijven. Dus na de oversteek naar het vasteland meteen ingecheckt in Pak-Up hostel. We kozen ervoor om die middag naar de Tijgertempel te gaan. Dat was op zichzelf wel grappig, we kregen een leuk armbandje van een ouwe monnik en keken een beetje rond. Toen vertelde Michael dat er ook nog een boventempel zou zijn. Wij dat ding zoeken. Yep, was er. De trap naar boven bleek het luttele aantal van 1237 treden te bezitten. We gingen het doen. Achteraf gezien was dit misschien wel de zwaarste inspanning die ik ooit gedaan heb. (Niet zo moeilijk ook) Ik was zo nat als een zwetende vis. 30 graden, slechte trap, hoge treden, aaaaahhh....Het uitzicht boven was het dubbel en dwars waard, zie de foto's.  

's Avonds op tijd naar bed want ik moest de volgende dag deze bus halen. Nog ff een warme douche genomen. De eerste in een maand tijd. Je kon aan de knoppen draaien en op die manier helemaal zelf bepalen hoe warm het water werd. Ongelooflijk! Heb die dag 3 keer gedouched. 

Dit was het, hoop dat jullie het leuk vonden. De volgende keer vertel ik wel over maleisie, ik ben hier nu pas 1 dag. 

De allervriendelijkste groeten,

Geert-Jan 

Van Ayutthaya naar Phuket.

Hee mensen,

Het heeft even geduurd maar nu zit ik in een aftands internetcafeetje (met slechts 1 computer) mijn nieuwe reisverhaal te typen. Het verhaal begint in Ayutthaya  op 21 September waar Philippe en ik een aantal tempels hebben bekeken. Ayutthaya is de oude hoofdstad van het koninkrijk Siam, waar ook veel oude tempels te bekijken zijn. We zijn in totaal 4 dagen gebleven. De eerste dag kwamen we laat op de middag aan en hebben we ons met een geinige tuktuk naar een tempel laten rijden en een beetje rondgekeken. 's Avonds hebben we een beetje gechilled en verder niet zoveel uitgevroten.

De tweede dag hebben we een fietsje gehuurd en zijn we langs verschillende oude tempels gefietst. Dat leverde leuke plaatjes op. Maar we gaven het eigenlijk al gauw op omdat het gruweloos warm was. We zijn daarom maar met een boekje in een hangmat gaan liggen wachten totdat het wat frisser werd. 's Avonds zijn we weer langs een aantal tempels gefietst omdat die 's avonds verlicht worden voor de toeristen. Dat zag er vrij spectaculair uit. We stonden toen tussen een stelletje met foto apparatuur beladen Japanners de tempels te beflitsen. Rare jongens die Japanners. ;)

De volgende morgen zijn we naar een nog actief bezochte tempel geweest. Hier gaan de boeddhisten in de omgeving massaal naartoe. Binnen werden allerlei rituelen gedaan. Boeddhisten geloven dat als je een goede daad doet je daarvoor iets goeds terug krijgt en als je iets slechts doet wordt boeddha pissig en krijg je iets slechts voor je kiezen. Daarom hebben ze soms de neiging om het goede wat te overdrijven. Zo plakken ze zoveel goud op beeldjes dat het op de grond verspreid ligt, ze bouwen immense gouden beelden waar honderden kilo's goud aan zit, ze hangen een vermogen aan geld in kleine boompjes en ze stoken onbenullig veel wierook weg. Het meest bizarre was het voeren van de vissen in de rivier. (brengt je een lang en gelukkig leven) Ze geven die vissen zoveel chips, brood en andere meuk dat ze in zo'n massa op komen zetten dat ze elkaar letterlijk uit het water duwen.

Het geheel van deze dag werd afgesloten door met een biertje in de vuist een potje voetbal te kijken in een leuk cafeetje. De volgende morgen waren we al vroeg op de trein terug naar Bangkok. Daar hebben we een andere Nederlander Bangkok laten zien. Vroeg op de avond zijn we maar weer naar Khao San Road en Padpong gegaan waar we nog wel even zijn blijven hangen. ;)

De ochtend van de 25 September was een glorieuze. De passen waren gearriveerd!!! Dat zorgde ervoor dat we meteen diezelfde avond naar Koh Tao zijn vertrokken. Eindelijk weg uit Bangkok. De nachtreis naar Koh Tao lijkt speciaal ontworpen te zijn om je kapot te maken. Eerst zit je van zes uur 's avonds tot 3 uur 's nachts in een bus. Je wordt tot je eigen verwarring wakker gemaakt door een Aziaat de je uit de bus zet bij een of ander donker gebouwtje. Daar bleken meer mensen te staan en samen in een rammelbus naar een haventje. Daar zijn we van pure verveling bier gaan tanken. Even ter info: dat is geen goed idee. Vooral niet omdat we om zeven uur 's morgens op een nogal golfgevoelige boot drie uur lang op een slechte plastic stoel moesten zitten. Vlak voor de haven van Koh Tao leek het even dat mijn maag de visjes wilde voeren maar mijn wilskracht vond dit te boeddhistisch. Op Koh Tao zijn we ingetrokken in het duikresort Big Blue. Meteen die avond ben ik een duikcursus begonnen. Ik wilde dit doen omdat het hier erg goedkoop is, maar ook omdat ik hoorde dat het erg vet was en omdat ik wel wat ervaring op wilde doen voordat ik in Australie in de Great Barrier Reef ga duiken.

Ik heb een vier daagse cursus gedaan. Het bestond uit anderhalve dag theorie, een middag in het zwembad en twee dagen waarop je twee duiken doet. Er was een heus tentamen bij betrokken en de trainingen in het zwembad waren onder het strenge oog van Luke de instructeur. Het is was in 1 woord: top!. De sfeer in het resort was heerlijk relaxed, aan een paradijselijk strand, er was een goed restaurant en stapels goede bars in de buurt. Dan de cursus zelf: de theorie was een ding waar je even doorheen moet komen, maar het oefenen van skills in het zwembad was zeker nuttig. Het geeft je zelfvertrouwen onder water als je de uitrusting kent, weet waar alles voor is en niet voor is. We moesten bijvoorbeeld onze volledige uitrusting onder water kunnen aan en uitrekken,(masker af is vervelend!)  zelf de lucht in je vest regelen, enz enz. De vier duiken zelf waren echt heel gaaf. Je ziet gigantisch veel grote en kleine vissen, prachtige koraalformaties, barracuda's, roggen en enzovoorts. Ik kan het verder ook niet beschrijven. Zie dit maar als een uitnodiging om het zelf ook eens te gaan proberen. We zijn tot een meter of 18 geweest. Op de vierde dag kreeg ik mijn brevet als Open Water Diver. Ik weet nu al zeker dat ik een 'Advanced Open Water Diver' cursus ga volgen in Australie. Dan mag je 's nachts duiken, wrakduiken, tot 30 meter diep duiken, enz. Kortom: veel meer. En dat is mooi! De avond van de vierde dag hebben we als duikgroep ons succes bekroond met een gezellig avondje. :D 

Maar omdat we eigenlijk nog niets van Koh Tao hadden gezien (we zaten namelijk nogal bezig te zijn met de cursus) hebben we maandag de 1e Oktober een scooter gehuurd om het eiland te verkennen. Dat was erg leuk. Overal zijn verborgen baaitjes met prachtige stranden die zo mooi zijn dat ze zeker reisgidswaardig zijn. Het duurde een half uurtje om de scootertechnieken onder de knie te krijgen maar op een enkele leeggereden tank na ging het vlekkeloos. Kwestie van met de andere scooter snel naar het benzinestation heen en weer janken en klaar is kees. Dezelfde avond zijn we ook weer meteen verder gegaan, van Koh Tao naar Khao Sok national park. Daar zijn we dus gisteren aangekomen. We hebben weer een nachtreis gedaan omdat deze goedkoper zijn. Dit keer 6,5 uur op de boot en een uurtje of drie in de bus. Deze keer was wel beter omdat het een slaapboot was waar iedereen op de rij op matrasjes ligt. Dat geeft je de kans om nog wat bij te slapen. Het was wel een geinige ervaring en een situatie waar je makkelijk met mensen aan de praat komt. 

Toen we in Khao Sok aankwamen hebben we het Smiley hostel betrokken. Om de middag te vullen hebben we samen met Lies een meisje uit Belgie en een Franse gast van wie ik naam ff niet meer weet 'getubed' in de rivier. Dit betekend dat je je in een rubberen band heerlijk relaxed met de stroom laat meezakken.

De natuur is hier overweldigend mooi. Wilde rotsen, dichte oerwouden, apen, toekans, papagaaien, varanen, grote spinnen, enzovoorts. Dat is ook de reden dat we hebben besloten om vandaag een jungletocht te maken. Allereerst gingen we met een boot over het stuwmeer van het Khao Sok national park, dat was geweldig mooi. We hadden geluk want we hadden aanvankelijk goed weer. In Thailand regent het namelijk erg vaak rond deze tijd van het jaar, eens per twee dagen volgens mijn ervaring. Het regent dan soms harder dan ik ooit in Nederland heb gezien. Vaak duurt het maar effekes, maar als je een beetje pech hebt sta je binnen het half uur in 20cm water. Enfin, na de boottocht hebben we gegeten op een drijvend restaurantje en wat gezwommen. Daarna gingen we met een gids een jungletocht doen. Erg spannend, over glibberige paadjes en rotsen onder lianen door in het halfdonker terwijl je allerlei vreemde geluiden hoorde. Bloedzuigers die zich aan je haken als je door riviertjes loopt maar ook mooie fotomomentjes als je een waterval tegenkomt. Terwijl we terug naar de boot liepen kwam er opeens een keiharde tropische regenbui op ons neer. Eigenlijk was het wel toepasselijk bedachten we terwijl we totaal doorweekt door de jungle liepen. Een tropische regenbui in een tropisch regenwoud. Al met al een topervaring!

We zijn zojuist terug gekomen, we hebben ff gegeten en we gaan zo slapen, ik ben een beetje kapot nu. Morgen gaan we hier weer weg, op weg naar Phuket om vanuit daar Koh-Phi-Phi te bezoeken. Dat is het mooiste eiland van allemaal, zegt men.  We gaan zien. Ik hoop trouwens wel dat ik nog even wat foto's kan uploaden hier.

Ik dank u nederig voor uw aandacht,

Geert-Jan 

Bangkok, Kanchanaburi & Ayutthaya

Hee beste mensen, Terwijl ik hier naar live pianomuziek luister (en een aziaat die iets in het Engels probeert te zingen) typ ik mijn tweede reisverhaal. Om maar bij mijn vorige blog verder te gaan, het eten hier is erg lekker. Natuurlijk is hier ook alle Westerse voedsel (mcdonalds etc.) te krijgen maar het is het goedkoopst om bij de plaatselijke restaurantjes(2-3euro) te eten of gewoon van de stalletjes op straat. (1-2euro) Het lijkt op het eerste gezicht wat onhygienisch maar de Thai weten hoe ze het moeten doen. Ben tot nu toe nog niet ziek geworden. ;) Alles is hier eigenlijk goedkoop. Je kan voor een euro of twintig per dag rond komen. Overnachtingen kosten 3-6 euro, kwartier taxi 2-3euro, enz. En dat is in Bangkok waar alles 'duur' is. Maar afdingen is bij veel dingen wel een must want anders wordt je een poot uigedraaid. Dat is wel wennen trouwens want je staat soms voor 50 cent te bakkeleien. Afgelopen weekend ben ik met Ray en twee Nederlanders (Philippe & Irene) die ik hier heb ontmoet naar Kanchanaburi gegaan. Deels omdat ik moest wachten totdat de bankpassen opgestuurd konden worden. Het is trouwens erg makkelijk mensen te ontmoeten. Ben nu 10/11 dagen onderweg en nog geen dagdeel alleen geweest. Er reizen erg veel mensen alleen. Kanchanaburi ligt aan de Kwai-rivier en de beroemde brug over de Kwai-rivier ligt net buiten het stadje. Ons hostel lag slechts op 500 meter afstand van de brug en aan de rivier. Was erg chill hostel uitgerust met hangmatten, gitaartokkelende hippies en uitzicht op de rivier. We zijn de eerste avond op onze dooie akkert naar de brug en het nabije museum gelopen. Het is eigenlijk een normale brug maar de verhalen die je in het museum leest maken wel indruk en geven het geheel perspectief. Het museum zelf was vrij bizar. Gewoon een aantal random objecten die in een aftandse tempel zijn geworpen. De tweede dag in Kanchanaburi was er actie. We hebben een jungletocht gedaan langs een zeventraps waterval. Heel erg warm maar heel erg gaaf met verscheidene grote en kleine 'wauw-momentjes'. Ook nog wilde apen gezien. Later in de middag hebben we op een olifant gereden en om het geheel af te maken heb ik 's avonds samen met Ray een Thaise massage gedaan. Dit houdt in dat een klein Thais vrouwtje je helemaal kapot masseert en je in alle mogelijke en onmogelijke bochten wringt. (En nee mensen, geen happy ending) De derde dag ging Ray terug naar huis en hebben onze drie fietsen gehuurd, (voor 80cent per dag, haha) en hebben we het oorlogskerkhof bezocht en de omgeving bekeken. Woensdagmorgen zijn we terug gegaan naar Bangkok. In Bangkok weer een keer door de stad gedwaald terwijl we op mijn passen wachten, maar Bangkok is geen plek om lang te blijven. Philippe en ik hebben besloten om samen naar Ko Tao, een eiland in het zuiden te gaan. Hij wil zelfs met mij op de passen wachten die Dinsdag door pa en ma naar Bangkok opgestuurd zijn. Maar omdat de passen ook pas over een dagen kunnen komen hebben we besloten om Bangkok nog een keer te ontvluchten en zijn we nu in Ayutthaya. De oude hoofdstad van Thailand met veel loei-oude tempels. We zijn ondertussen via trein (40cent voor ongeveer 100 km, haha) aangekomen in ons hostel en hebben de boel per tuktuk en benenwagen verkent. Erg cultureel hier en er rijden doodleuk mensen op olifanten door de straat. Nu ben ik kapot en we gaan vroeg slapen. Morgen gaan we meer meemaken..... Ik dank u hartelijk voor uw aandacht en wens u het beste, ;) Geert-Jan PS: mijn skypenaam is geertjanbakker1989, voor whatsapp tel: 0031613099664, mijn mail is gjbkkr@hotmail.com. Whatsapp kan ik bijna dagelijks checken via mijn mobiel, voor bloggen is dat niet handig. Ik zal proberen foto's te uploaden. Maar zit nu op geleende ipad dus hoop dat dit lukt.

De eerste dagen.

Hee beste mensen,


Hierbij het eerste verhaaltje op mijn reisblog. Het regent hier als de gekke dus nu heb ik even de tijd om jullie een verhaaltje te sturen. Afgelopen woensdagmorgen ben ik hier in Bangkok aangekomen. Nadat ik naar het 'New road guesthouse' was getransporteerd heb ik mijn spullen in mijn kamer gelegd en ben Bangkok gaan verkennen.
Bangkok is een aardige heksenketel, maar het enorm drukke verkeer, het wisselvallige weer en de drukke Aziaatjes maken het bij elkaar een gave ervaring. De eerste dag ben ik met een paar andere Nederlanders de stad in geweest. We hebben een beetje door de stad gedwaald, langs Khao San Road (waar het overdag nog rustig is.) Met een soort boottaxi is alles gemakkelijk te bereiken. 's Avonds zijn we naar de skybar geweest, bekend uit The Hangover 2. ;) Daarna nog naar de nightmarket geweest, een mix van maandagmarkt en bordeel. Daar zie je dingen waarvan je niet wist dat ze bestonden.


De tweede dag was een beetje een drama voor mij. Ik ben alleen weggegaan om wat spullen te kopen en dollars te halen voor een visum. Op een klein marktje is mijn portefueille uit een dichte zak gejat. Met mijn creditcard en pinpas. Daar ben ik wel ff zuur van. Vooral omdat ik ze alleen voor de dollars mee had genomen de stad in. Gelukkig wilden de andere Nederlanders mij wel wat geld lenen. Ik ben met de bank aan het overleggen hoe dat nu verder moet.Misschien vatte de taxichauffeur het nog wel het best samen met zijn gevleugelde; Oh my Buddha!!! 's Avonds zijn we naar Khao San Road geweest, een gezellige mix van drank, winkeltjes met gefrituurde insecten, tattooshops, bars en nog eens drank. Een mooie manier om de zinnen te verzetten.


Vandaag heb ik samen met Ray ( een hostelgenoot uit de Phillipijnen) een aantal tempels in de stad bezocht. Deze tempels zijn heel erg mooi en heel erg goud. Omdat dit Azie is ging het plotsklaps regenen zodat we door enkelhoge plassen terug naar het hostel moesten rennen. Dit is achteraf gezien best grappig. Straks gaan we even wat eten, hij wil mij de Aziatische keuken laten proeven. Ben benieuwd.

Met vriendelijke groet,

Geert-Jan